About DoKS      NL  |  EN Search: Advanced Search
  Part of a word (e.g. tele*)    Exact wordgroup (e.g. "wireless communication")
 
Home
folder Authors
folder Departments
folder Help
folder Years
 
Most popular theses: 2014 2015 2016 2017 2018 2019


1,572 theses on-line.



Doks PHL
Doks XIOS



Open Archives Initiative
Home
ETD
Title : Welke hulp binnen gezinszorg hebben personen met Alzheimer dementie nodig om langer thuis te blijven?
Author :
Ketelslegers, Brenda
Abstract : Het eindwerk gaat over de ziekte van Alzheimer en de hulp die deze personen nodig hebben om langer thuis te kunnen blijven. De ziekte van Alzheimer is een vorm van dementie die het meest voorkomt in België. Veel ouderen worden getroffen door deze ziekte. Momenteel zijn onderzoekers bezig met onderzoeken om het biologisch proces in beeld te brengen. Zij zijn opzoek naar de oorzaken en naar een medicijn om de ziekte af te remmen. Door de vergrijzing is de kans groot dat mensen met Alzheimer dementie toenemen in de toekomst. Politici, organisaties en stichtingen zijn bezig met projecten om de zorg te verbeteren en het isolement te doorbreken van de personen met dementie.

De ziekte van Alzheimer is een ziekte van de hersenen. Dit treedt eerst op in de psychische functies en dan in de lichaamsfuncties. Het proces leidt tot het verloren gaan van de geestelijke vermogens. De ziekte gaat gepaard met het verlies van de persoonlijkheid en eindigt in invaliditeit. In het begin zijn de subtiele veranderingen van het herinneringsvermogen en van de persoonlijkheid moeilijk waar te nemen. De achteruitgang van de verstandelijke functies gaat langzaam door. Het zelfstandig functioneren wordt onmogelijk. De ziekte leidt tot het verlies van praktische kennis en vaardigheden, het kennen en kunnen en tot grote moeilijkheden met de dagdagelijkse routineactiviteiten. Opmerkelijk is dat gevoelswereld onaangetast blijft en waarschijnlijk nooit verloren gaat. Dit wordt niet meer gestuurd en beheerst door het verstand en de wil waardoor dit leidt tot grilligheid van het gedrag. Er ontstaan spierspanningen bij aanraking en het gedrag wordt minder voorspelbaar.

De ziekte van Alzheimer bestaat uit 3 vormen:
- Bij personen met lichte Alzheimer dementie is er een achteruitgang van het geestelijk vermogen ontstaan. De graad van het vergeten overstijgt het gewone vergeten. Een voorbeeld hiervan is het vergeten van namen. Daarna krijgt de persoon moeite om een gesprek, een film te volgen of woorden en cijfers te onthouden. Het kortetermijngeheugen begint te falen, verwardheid begint te ontstaan en het karakter verandert.
- Personen met matige Alzheimer dementie onthouden steeds minder. Het kortetermijngeheugen, dat je nodigt hebt om in te spelen op het hier en nu, is het zwaarst getroffen. De belevenissen, gedachten en gevoelens van nu worden vastgeknoopt aan de belevenissen, gedachten en gevoelens van vroeger. De woordenschat wordt armer waardoor ze zich niet meer kunnen uitdrukken. Opvallend is het verlies van tijdsbesef en het niet meer herkennen van familieleden en vrienden.
- Bij personen met ernstige Alzheimer dementie gaat naast het kortetermijngeheugen, ook het langetermijngeheugen verloren. Deze personen verliezen het vermogen van de taal en kunnen zich bijgevolg niet meer uitdrukken. Zij weten niet meer waarvoor de dingen dienen. Bij deze fase gaan ook de lichamelijke vermogens achteruit. Deze personen verliezen de vaardigheden en voor hen worden ook de bewegingen moeilijker.

Het onderscheid van de 3 vormen is belangrijk omdat dit de hulp bepaalt die er nodig is bij de persoon met Alzheimer dementie. Bij elke vorm is de intensiteit van de hulp anders omdat het vasthangt aan het vergeten en aan de aandacht die er nodig is.

De personen met Alzheimer dementie hebben een mantelzorger, dit is dikwijls de partner of de kinderen of iemand van de familie. Deze neemt alle zorgen op zich. Naarmate de Alzheimer dementie vordert, is de verzorging intensiever en is er bijkomende hulp nodig omdat de mantelzorger dit niet meer alleen aankan. Zij kunnen terecht bij de dienst gezinszorg. De taken van gezinszorg sluiten het meest aan bij de noden van de persoon met Alzheimer dementie. Maar de vraag is: ”In welke mate is het takenpakket in de gezinszorg afgestemd op de noden van personen met Alzheimer dementie?". Hiernaar hebben we een onderzoek gevoerd.

De resultaten van het onderzoek lijken aan te tonen dat de verzorgers, de dienstverleners van gezinszorg, zich meer moeten focussen op de hulpbehoevendheid om zo een optimale verzorging van een persoon met Alzheimer dementie te verkrijgen. De hulp vereist meer aandacht en intensiteit van de verzorging.
De verzorgende dient te helpen bij het kleden. De persoon kan deze activiteit niet meer uitvoeren. Dit is het gevolg van het vergeten van de handeling. In het beginstadium is het voldoende om de stappen uit te leggen aan de persoon. In het laatste stadium moet de persoon geholpen worden met het aankleden.
Personen met Alzheimer dementie hebben hulp nodig bij het verplaatsen. Zij kunnen dit niet meer zelfstandig omdat zij aan een bed of stoel gekluisterd zijn. Deze personen zijn minder mobiel en hebben nood aan ondersteuning om zich te verplaatsen. Met andere woorden: dit hangt vooral af van de lichamelijke toestand. Daarnaast hebben ze hulp nodig om de weg te vinden met instructies van de verzorgenden.
Ook hebben personen met Alzheimer dementie hulp nodig om naar het toilet te gaan. Door het vergeten weten zij niet meer waar het toilet is en hebben ze hiervoor ondersteuning nodig. In het laatste stadium is de persoon incontinent. Dan worden luiers gedragen, die verschoond moeten worden door de verzorgende.
Tot slot is er het innemen van medicijnen. Personen met Alzheimer dementie hebben toezicht nodig bij het innemen van medicatie. Zij zouden het vergeten en er bestaat een risico dat zij een overdosis innemen.

Tevens zijn er verschillende gedragingen aan bod gekomen. Voor de verzorgende is dit belangrijk omdat ze met deze houdingen moeten kunnen omgaan. Personen met Alzheimer dementie vertonen wanen en hallucinaties, agressief, depressief, angst, opgetogenheid, onverschilligheid, ontremd, prikkelbaar, doelloos- en eetgedrag. Met het grootste gedeelte van de gedragingen kan er vlot omgegaan worden zonder problemen. Toch zijn er enkele gedragingen, die voor de hulpverlening de omgang moeilijk kunnen maken. De voornaamste gedragingen zijn:
­ Wanen en hallucinaties: Personen met Alzheimer dementie zien, horen of voelen dingen die er totaal niet zijn. Voor de verzorgende is het van belang dat hij of zij hierin meegaat. Je weet als verzorgende dat het niet waar is. Maar als de verzorgende de persoon tegenspreekt, zal deze zich verzetten.
­ Doelloos gedrag: Personen met Alzheimer dementie doen dezelfde handelingen steeds opnieuw en opnieuw. De verzorgende tracht te achterhalen waarom de persoon dit gedrag stelt. Zo kan de verzorgende het gedrag begrijpen en wordt het gemakkelijker om bij te sturen. Als verzorgende vermijd je het verbieden van fout gedrag omdat personen met Alzheimer dementie rust vinden in het rondlopen en geen besef hebben van het foute gedrag. Enkele voorbeelden zijn: ergens aan plukken, openen van laden,…
­ Agressief gedrag: De redenen achter dit gedrag is zich niet begrepen voelen of een gebeurtenis herbeleven. Belangrijk is dat de verzorgende kalm blijft om de persoon met Alzheimer dementie rustig te krijgen. De persoon wordt agressiever als de verzorgende zich gaat verdedigen. Probeer te achterhalen wat er in de persoon omgaat, zo kan je deze gemakkelijker rustig krijgen.

Een belangrijk punt is dat je kijkt wie je cliënt is, het totaalbeeld van de cliënt. Op deze manier leer je de noden van je cliënt kennen en welke hulp in de verzorging de cliënt met Alzheimer dementie nodig heeft. Het geeft je een mogelijkheid om een hulpverlening op maat aan te bieden omdat deze hulp bijgevolg is aangepast aan de persoon. Daarbij leer je ook de persoonlijkheid kennen van de cliënt en op basis hiervan kan je deze persoon een verzorgende toewijzen die het beste past, want een klik tussen beide personen is van groot belang. Als de klik er niet is, laat de persoon met Alzheimer zich niet helpen door de verzorgende. Vind er geen klik plaats tussen beide personen, dan verander je van verzorgende, want bij een andere verzorger kan die klik er misschien wel zijn.

Een ander belangrijk punt is het profiel van de verzorgende. Je zet best een verzorgende die kennis heeft van de ziekte bij een persoon met Alzheimer dementie. De verzorgende weet dan hoe hij of zij met een bepaald gedrag moet omgaan. Ervaring met de ziekte van Alzheimer zorgt ervoor dat de kwaliteit van de hulp verhoogd wordt. Niet elke verzorgende bezit kennis over de ziekte van Alzheimer. Om deze reden kan een vorming over de ziekte noodzakelijk zijn. Zo krijgen de verzorgenden ook kennis en ervaring bij deze doelgroep. Vormingen zijn in het algemeen nuttig want je leert altijd bij en als een verzorgende vragen heeft, kunnen deze juist beantwoord worden.

De verzorgende kan de taken samen uitvoeren met de persoon met Alzheimer dementie. Dit bevordert de relatie en de goede samenwerking. Het schept een vertrouwensrelatie en de persoon met Alzheimer dementie krijgt het gevoel dat hij of zij nog iets betekent. Meehelpen kan bij: de boodschappen doen, maaltijd bereiden en huishoudelijk werk. Belangrijk is dat er gekeken wordt naar de vorm van de Alzheimer dementie. Bij lichte en matige Alzheimer dementie kan je de persoon laten meehelpen omdat de persoon de bepaalde handelingen nog kan uitvoeren met instructies. Bij personen met ernstige Alzheimer dementie kan het soms onmogelijk en zelfs gevaarlijk zijn, maar dit is afhankelijk van de persoon tot persoon. Het gedrag is bepalend of de persoon kan meehelpen of niet. De verzorgende dient in te schatten of de persoon met Alzheimer dementie in staat is om te helpen.

De verzorgende zal zich meer moeten focussen op de hulpbehoevendheid. Er zijn bepaalde taken die meer aandacht vragen van de verzorgende. Voor de cliënt met de ziekte van Alzheimer is deze bijkomende hulp zeer belangrijk. Het zorgt ervoor dat de cliënt beter functioneert in de omgeving en het verhoogt het zelfbeeld van deze persoon.
Publisher : Hogeschool PXL
Publication date : 2014
Full text :
File Size Type Checksum  
11305524_14.pdf 830 KB PDF MD5 Open file
Appendices :
File Size Type Checksum  
Type : Eindwerk
Language :
Dutch
Rights : All rights reserved
Degree name : Professionele bachelor in het sociaal werk
Degree level : Bachelor
Discipline : Maatschappelijk werk
Grantor of degree : Hogeschool PXL
Department : PXL-Social work
Awards :
Status : PUBLISHED
Persistent Identifier :
Created : 10/06/2015 13:19
Last modified : 11/06/2015 17:55
Collections :
2014
PXL-Social Work
11305524
Views : 5759
Downloads : 923
 
 

Simple view




©2004-2008 - Hogeschool PXL - webmaster - Contact - Disclaimer