Abstract : Hoe kun je de vluchtigheid van het flaneren vastleggen zonder het te verloochenen? De methode is niet voorspelbaar, noch gestructureerd. Waar begin je als je genoodzaakt bent om een proces voor te leggen? Indien we ervan uitgaan dat autonome beelden, net zoals handelingen, niet bestaan – ze zitten immers altijd al in een ruimere context opgenomen –, start een wandeling dan bij de noodzaak te wandelen als gevolg van een mentaal of fysiek verlangen naar de wandeling of bepaalt het aantal stappen vanaf de deur de lengte ervan? Zelfs een stappenteller is een vervorming van de werkelijkheid. Een flaneur arriveert nergens. Hij spoelt overal aan, als een drenkeling.
Een goede wandeling zindert na, die stopt niet als je niet meer beweegt. Voor een praktijk waar het flaneren als methode wordt ingezet, kun je haast geen onderscheid maken tussen de oorsprong en hetgeen eruit voortkomt. Alle waarnemingen komen terecht in een archief dat tot flaneren uitnodigt. Want net zoals in de stad, kan er ook in dat archief geen sprake zijn van een vaste structuur. Het archief is een veelheid aan wegen die steeds een andere richting uitwijzen, zodanig dat de oorsprong haast in de veelheid van uitwegen verdwijnt. Je atelier is een veld waar je al dan niet bewust zaden plant, waarvan je later de vruchten kan plukken. Doordat je beelden de kans hebben om te rijpen, door ze steeds van nieuwe voedingsbronnen te voorzien, kun je tot een begrijpen komen dat gegrond zit in jezelf. Niet enkel de beelden rijpen, ook het begrijpen evolueert. Als de methode puurt uit het leven zoals het bestaat, wanneer wordt iets dan een beeld? |
If you want to cite this thesis in your own thesis, paper, or report, use this format (APA):
Hoogmartens, L. (2020). Vluchtmisdrijf.
Unpublished thesis, Hogeschool PXL, PXL-MAD.
Retrieved
from
http://doks.pxl.be/doks/do/record/Get?dispatch=view&recordId=SEtd8ab2a82171548afd017154cb517e0fce.
|