Abstract : In deze scriptie onderzoek ik het bevrijdende potentieel van de oefening als methode om het grijpen naar kant-en-klare inspiratiebronnen tegen te gaan en het doordacht ontwerpen net te stimuleren.
In een eerste fase ga ik op zoek naar de voorwaarden voor een 'goede oefening’. Hierin onderzoek ik de traditie van de oefening met de focus op 'restrictie’ en 'instructie’ als fundamentele begrippen. De kunstpraktijk van onder andere De Oulipo, Dogma 95, Kenneth Goldsmith, de Fluxusbeweging en Sol LeWitt komt aan bod. Daarna bespreek ik de voorwaarden voor een goede oefening vanuit educatief standpunt. Tenslotte vul ik de zoektocht naar een definitie aan met bevindingen uit het zelf formuleren van oefeningen.
Uit het theoretisch onderzoek concludeerde ik dat een goede oefening uitdagend en uitnodigend is en zorgvuldig geformuleerd en gepresenteerd wordt. Hierin slaan de begrippen 'uitdagend’ en 'uitnodigend’ op goede restricties en 'zorgvuldig geformuleerd’ op instructies die vragen om documentatie. Maar proefondervindelijk kan ik besluiten dat het formuleren van oefeningen complexer in elkaar zit dan het theoretisch kader doet vermoeden.
Wat daarentegen wel helder uit het onderzoek naar voren kwam is de meerwaarde van oefeningen in een artistieke praktijk. Daarom kan ik besluiten dat het bevrijdende potentieel van de oefening weldegelijk een zinvolle artistieke methode is omdat het je aanspoort het minst voor de hand liggende pad te bewandelen.
|
If you want to cite this thesis in your own thesis, paper, or report, use this format (APA):
Jans, L. (2022). Het bevrijdende potentieel van de oefening. Een onderzoek, een gebruiksaanwijzing, een archief.
Unpublished thesis, Hogeschool PXL, PXL-MAD.
Retrieved
from
http://doks.pxl.be/doks/do/record/Get?dispatch=view&recordId=SEtd8ab2a82181afce800181aff241810328.
|