Samenvatting : Taal is een belangrijk instrument in onze samenleving. We gebruiken het om met elkaar te communiceren, maar ook bij de overdracht van kennis. In Vlaanderen en Nederland gebeurt dit door middel van de Nederlandse taal. Vanwege geografische en culturele verschillen is er echter wel een verschil tussen het Zuid-Nederlands en het Standaardnederlands. Maar hoe groot is die kloof anno 2016?
De leerlingen moeten het Standaardnederlands beheersen en kunnen toepassen volgens de eindtermen. Hoe taalvaardig zijn de leerlingen? Beheersen zij het Standaardnederlands goed en kunnen zij dit ook toepassen in situaties waarin dit van hen verwacht wordt?
Zouden de leerlingen echt geen moeite hebben met onderscheid te maken tussen het Zuid-Nederlands en het Standaardnederlands? En indien ze er wel moeite mee hebben, wat zou de leraar Nederlands hieraan kunnen doen?
Deze bachelorproef biedt een antwoord op al deze vragen. |
Wil je naar dit eindwerk verwijzen in je eigen eindwerk, paper of rapport, gebruik dan dit formaat (APA):
Gülesen, M. (2016). De kloof tussen het Zuid-Nederlands en het Standaardnederlands. Het taalgebruik van leraars en leerlingen.
Onuitgegeven verhandeling, Hogeschool PXL, PXL-Education.
Gevonden op
op
http://doks.pxl.be/doks/do/record/Get?dispatch=view&recordId=SEtd8ab2a82155c540c60155c54811500a50.
|